Het belang van patiëntcommunicatie in de aanpak van ABR
Juliëtte Severin vertelt over het MAIL project. In dit project werkt zij aan een verbeterde communicatie met patiënten over Bijzonder Resistente Micro-Organismen (BRMO). Patiënten worden hier actief bij betrokken.
Juliëtte Severin is arts-microbioloog in het Erasmus MC. Binnen het Zorgnetwerk Antibioticaresistentie voor Zuidwest-Nederland leidt zij het MAIL project en maakt zij deel uit van het BRMO-praktijkoverleg, waarin zorgprofessionals regionale uitbraken van BRMO in de regio bespreken. Het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport financiert het MAIL project.
“Als medisch coördinator van de Unit infectiepreventie van de afdeling Medische Microbiologie en Infectieziekten in het Erasmus MC ben ik dagelijks bezig om de verspreiding van BRMO te voorkomen. In Nederland doen we het heel erg goed op het gebied van antibioticaresistentie! Dat komt omdat we van oudsher een goed werkend landelijk infectiepreventiebeleid hebben en terughoudend zijn in het voorschrijven van antibiotica”, zegt Juliëtte. De communicatie met patiënten is een belangrijk onderdeel van het succes om verspreiding te voorkomen, maar kan nog wel beter.
Aandacht voor communicatie is nodig
De wijze waarop ziekenhuizen in de regio met patiënten communiceren over BRMO is vaak verschillend en heeft helaas niet altijd het gewenste effect. Patiënten worden bijvoorbeeld boos of erg ongerust. Ook gaan zij op zoek naar andere informatiebronnen. Welke bronnen dat zijn, is niet altijd duidelijk. Juliëtte: “We zien dat patiënten dingen in hun leven aanpassen die niet nodig zijn. Zij durven dan bijvoorbeeld niet meer bij een zieke oma op bezoek te gaan”.
Informatie moet voor iedereen duidelijk zijn
In het project werkt Juliëtte met het projectteam aan de communicatie over contactonderzoeken. Als er in het ziekenhuis een patiënt met een BRMO wordt gevonden, voeren ziekenhuizen een contactonderzoek uit. Daarbij stuurt het ziekenhuis een brief aan alle patiënten die inmiddels weer thuis zijn en die mogelijk contact hebben gehad met deze patiënt. In de brief staat een uitnodiging om kweken af te nemen. Er wordt dan nagegaan of iemand een BRMO heeft, zodat daar bij een volgende opname in een ziekenhuis rekening mee kan worden gehouden. Juliëtte: “Soms is het lastig patiënten te motiveren om kweken in te sturen, omdat ze het niet begrijpen of het nut ervan niet zien”.
Met het project wil Juliëtte bereiken dat de informatie die patienten krijgen overal hetzelfde is en duidelijk, zodat er geen verwarring over kan ontstaan. Een uitdaging daarbij is dat er in Nederland 2,5 miljoen laaggeletterden zijn. En dat er ook mensen zijn met verminderde gezondheidsvaardigheden. Deze mensen kunnen informatie over gezondheid moeilijk duiden. Juliëtte: “Als we patiënten informatie toesturen in een brief, dan moet je je dus afvragen in hoeverre dat gelezen én begrepen wordt. Daar houden we nu veel te weinig rekening mee”.
Betrek zorgverleners én patiënten
Om de patiëntcommunicatie te kunnen verbeteren heeft Juliëtte een taalanalyse van reeds bestaande brieven laten uitvoeren door taalexperts. Ook werkt zij in het project samen met Pharos, een organisatie gespecialiseerd in communicatie met laaggeletterden en mensen met verminderde gezondheidsvaardigheden. Uit de analyse van brieven en informatiefolders blijkt dat het taalgebruik nu te moeilijk is. Ook sluit de informatie niet aan bij wat patiënten nodig hebben. Bij zorgverleners in het zorgnetwerk inventariseert Juliëtte wat zij van de patiëntcommunicatie verwachten. Met name het perspectief van huisartsen is hierin belangrijk, want zij hebben nauw contact met patiënten.
“De betrokkenheid van de patiënten binnen dit project vind ik echt bijzonder. Het is essentieel om hun perspectief mee te nemen, maar hoe doe je dat dan? Als je een vragenlijst stuurt, moet deze voor iedereen te begrijpen zijn. Daarbij is het ook belangrijk dat er een representatieve groep patiënten deelneemt”. De vragenlijst heeft Juliëtte daarom samen met Pharos en een psycholoog ontwikkeld. Daar heeft veel tijd in gezeten, maar het heeft haar ook inzicht gegeven in hoe je voor patiënten toegankelijk teksten opstelt. Om een onderzoek onder patiënten uit te mogen voeren, heb je toestemming van deze patiënten nodig. De standaardbrief die het ziekenhuis hiervoor verstuurt, heeft Juliëtte samen met Pharos vereenvoudigd en kan nu ook door andere onderzoekers gebruikt worden.
Resultaten van het project
Op basis van alle informatie laat Juliëtte nieuwe communicatiemiddelen ontwikkelen. Dat kan geschreven materiaal zijn, zoals brieven en informatie voor op websites. Maar mogelijk ook beeldmateriaal zoals film. Zodra alles gereed is, kunnen andere zorgnetwerken daar ook gebruik van maken. Ook wil Juliëtte patiënten uitnodigen om deel te nemen aan een klankbordgroep. Niet alleen voor dit project, maar ook voor het afstemmen van andere vraagstukken rondom ABR en BRMO.
Voor Juliëtte is het een leerzaam project: “We leren veel over hoe een goede patiëntcommunicatie er uit ziet. Dat is tot nu toe de grootste winst”. Het heeft ook een positief effect op de netwerkvorming. Daarnaast laat het project zien dat de manier waarop ziekenhuizen in het zorgnetwerk de uitvoering van contactonderzoeken organiseren, nog verschilt. Door daar samen over in gesprek te gaan, leer je van elkaar.